Copyright © 2024 Volleybalkrant.
Artwork by the Media Artists. All rights reserved.
Om maar eens wat te noemen: Tot zondag veel lof en mooie podiumplaatsen, maar nooit goud. De handbalsters werden op de laatste twee EK's in 2016 en 2018 2e en 3e. De volleybalsters haalden op de EK's van 2015 en 2017 zilver. In diezelfde jaren werden de handbalsters 2e en 3e op het WK. De volleybalsters haalden op het WK van 2018 een 4e plaats. En op de Olympische Spelen in 2016 in Rio werden beide teams 4e. Voor de volleybalsters waren er in 2016 en 2017 nog fraaie 3e en 5e plaatsen in de sterk bezette Nations League.
Maar niet alleen de resultaten zijn vergelijkbaar. Beide teams hebben een bijna onweerstaanbaar aaibaarheidsgehalte en een aanstekelijk enthousiasme. Beide teams vormen, althans voor de buitenwacht, een hecht geheel waar individuele belangen nauwelijks van belang lijken te zijn. Het zijn allemaal gedreven topsporters tot in al hun vezels, die echter ook niet nalaten, van het leven te genieten. En dan is er ook nog de parallel dat beide teams dit jaar aan de slag gingen met een nieuwe bondscoach. Bij de handbalsters stapte Emmanuel Mayonnade in februari in, na het opstappen van de Deense Helle Thomsen. Bij de volleybalsters werd Jamie Morrison in oktober aan de kant gezet.
Verschil
Daar zit misschien ook wel het belangrijkste verschil tussen de handbalsters en
de volleybalsters. Mayonnade had in de aanloop naar het WK ruim 9 maanden om
met zijn team aan de slag te gaan. Morrisons opvolger Giovanni Caprara (ook
weer een buitenlander dus) werd begin november benoemd en heeft dus maar twee
maanden de tijd om in januari een huzarenstukje te leveren: winst in het
Olympisch Kwalificatie Toernooi. En van die twee maanden is maar een aantal
weken effectief te noemen, waarin hij met zijn team aan het werk kan. Pas eind
december komen de volleybalsters, als ze klaar zijn met hun clubverplichtingen,
naar Nederland.
Het opmerkelijke van de prestatie van de handbalsters is, dat enkele topspeelsters hun Oranjeshirt aan de wilgen hingen. Wat overbleef was een mix van enkele ervaren speelsters en jong talent. Bij de volleybalsters zijn er geen vedetten die afhaakten. Dat kan een voordeel zijn, maar kan ook de doorstroming van jong talent in de weg staan.
Gretig
Caprara begint volgende week vrijwel blanco aan zijn klus met Oranje. Zorgeloos
zal hij niet zijn. Boegbeeld van Oranje Lonneke Sloetjes heeft het lastig in
haar nieuwe ploeg Scandicci. Ze zit regelmatig op de bank en haar team
sprokkelt met moeite de puntjes bij elkaar. Dat kan als voordeel hebben dat ze
niet oververmoeid is en gretig om te laten zien wat ze kan. Ook Celeste Plak en
Maret Balkestein beleven een moeilijke fase bij hun Turkse ploeg Aydin. De
ploeg draait na een sterk begin al weken stroef en beide speelsters halen
scoringspercentages die nou niet echt zijn om over naar huis te schrijven.
Caprara's eigen ploeg Firenze, met Laura Dijkema en Nika Daalderop in de gelederen, begon ijzersterk aan de competitie, met vier overwinningen uit de eerste vijf wedstrijden. In de laatste vier wedstrijden werd drie keer verloren, ook tegen mindere tegenstanders als Filottrano en Brescia ging het mis. Daar staat tegenover dat vedetten als Yvon Beliën, Marrit Jasper, Kirsten Knip, Anne Buijs, Myrthe Schoot, Robin de Kruijf en Nicole Koolhaas, maar ook jongere speelsters als Britt Bongaerts en Juliët Lohuis bij hun clubs week na week uitstekende rapportcijfers laten zien.
Boeiend
Het is nog even afwachten of Caprara uit de selectie van vooralsnog 24
speelsters (met de verrassende Floortje Meijners) jonge talenten overhevelt
naar de definitieve groep van 14, die rond de Kerst wordt vastgesteld. Boeiend
op het Olympisch Kwalificatie Toernooi (7 tot 12 januari in Apeldoorn, de
kaartverkoop is al begonnen) wordt in elk geval de strijd tussen de
spelverdeelsters. Britt Bongaerts kreeg onder Morrison steeds vaker een
basisplaats ten koste van Laura Dijkema. Caprara kent Dijkema als ploeggenoot
inmiddels door en door en weet precies wat hij aan haar heeft. Het is dus aan
Bongaerts om aan de nieuwe bondscoach te laten zien wat voor toverballen zij
allemaal in huis heeft.
Wat gezonde concurrentie met een ploeg kan doen als iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft, lieten de handbalsters de voorbije weken zien op het WK. Ook dat team kende pieken en dalen, maar uiteindelijk stonden zij wel met een gouden medaille en plaatsing voor de Olympische Spelen op het podium. Dat vooruitzicht moet ook voor de volleybalsters ongekende krachten naar boven kunnen brengen, om te beginnen bij de finale van het OKT, op 12 januari. Het liefst met Turkije als tegenstander.
Je reactie is opgeslagen.
Plaats een reactie
reacties: