Copyright © 2024 Volleybalkrant.
Artwork by the Media Artists. All rights reserved.
De Nevobo kwam deze week met een tussentijdse evaluatie van de voetfoutregel en besloot het bondsbestuur de regel te handhaven (lees hier). Lees hieronder enkele bevindingen van uit het advies van de arbitragecommissie aan de Bondsraad, zoals het feit dat scheidsrechters slechts in één op de zes gevallen voor een voetfout fluiten.
Tijdens de bondsraadsvergadering in december 2016 kwam het verzoek om de voetfoutregel tussentijds te evalueren. Op basis van een enquête en videoanalyses 'is er geen directe aanleiding om per direct de regel “terug te draaien”', stelt de arbitragecommissie.
Naar aanleiding van een Facebookbericht van Tjarko Muis en het uitgebreide adviesrapport besluit Volleybalkrant.nl het onderzoek nader toe te lichten.
Enquête
De commissie zette een enquête uit onder verenigingen, spelers, coaches en scheidsrechters. Het aantal respondenten is 1081. Dit lijkt een klein aantal op een totaal ledenbestand van meer dan 114.000 leden; dat valt mee. Er moet alleen rekening gehouden worden met een foutmarge van 3 procent. De vraag is echter wel in hoeverre de steekproef representatief is: wie zijn de respondenten?
De spelregel wordt als volgt beoordeeld: | De uitvoering van de spelregel wordt als volgt beoordeeld: | |
Zeer positief/positief | 53,74% | 40,33% |
Neutraal | 12,86% | 19,61% |
Zeer negatief/negatief | 33,40% | 40,06% |
De arbitragecommissie komt vervolgens met de opmerkelijke conclusie dat bijna tweederde van de respondenten niet negatief (neutraal/zeer positief/positief) ten opzichte van de regel an sich staat. Dit is een kwestie van interpretatie, want er valt ook te stellen dat bijna de helft (46,26%) van de respondenten niet positief (neutraal/zeer negatief/negatief) tegenover de regel staat.
Daarnaast blijkt dat de uitvoering van de spelregel net zo negatief als positief wordt ervaren door de respondenten.
,,Ons inziens heeft dat te maken met de diverse niveaus en de verdeeldheid onder de scheidsrechters hoe deze regel uit te voeren'', valt in het rapport te lezen. Daarom is het interessant als de Nevobo openbaart hoe er op verschillende niveaus tegen de regel wordt aangekeken én het is van belang om te toetsen in hoeverre men weet wat regel inhoudt.
Videoanalyse
Daarnaast zijn er 26 sets geanalyseerd; bij 13 wedstrijden zijn er opnames gemaakt van de eerste twee sets in de topdivisie, tweede en derde divisie, promotieklasse en topklasse (jeugd).
Voetfout aanvaller: | 11/38 | 28,9% |
Voetfout blokkeerder: | 14/111 | 12,6% |
Hieruit blijkt dat scheidsrechters 11 keer voor een voetfout van een aanvaller gefloten hebben, waar conform de regel eigenlijk 38 keer gefloten had moeten worden. Bij de blokkering registreren de scheidsrechters nog minder vaak een voetfout (12,6%). Hieruit blijkt dat scheidsrechters voor één op de zes (16,8%) voetfouten fluiten.
Als deze cijfers als representatief mogen worden beschouwd, zet dit de uitkomst van de enquête ook in een ander daglicht. Het is de vraag in hoeverre de uitvoering positiever of negatiever zou worden ervaren als de scheidsrechters de spelregel ook op de juiste manier toepassen.
Het is overigens positief dat scheidsrechters in alle gevallen conform de regel handelden bij het overschrijden van de lijn als de speler niet bij een actie betrokken is. Dit was 46 keer het geval en geen enkele keer werd de speler hiervoor teruggefloten.
Bij deze videoanalyse is het ook de vraag hoe er op verschillende niveaus gereageerd wordt op deze regel. De grootte van de arbitrage is niet overal gelijk. In de topdivisie bestaat deze uit twee scheidsrechters en twee lijnrechters, bij de tweede en derde divisie zijn er twee scheidsrechters en in de promotieklasse verschilt het per wedstrijd of er één of twee arbiter(s) aanwezig zijn. Bij de jeugd is er één scheidsrechter. Dit heeft uiteraard invloed op het registreren van de voetfouten.
Met deze gegevens kan geconcludeerd worden dat er gemiddeld genomen bijna één keer per set voor een voetfout gefloten wordt, waar het bijna zes keer hadden moeten zijn. Het is echter de vraag of het spelplezier groter wordt er als rally's vaker beëindigd worden als er voor een voetfout wordt gefloten.
Veiligheid
Ten slotte is het opmerkelijk dat de Nevobo in de tussentijdse evaluatie geen uitspraken doet over de veiligheid. In hoeverre ervaren de respondenten de regel als veiliger of onveiliger? En in hoeverre was er sprake van een onveilige situatie gezien de videoanalyse? Tjarko Muis schrijft: ,,Onderzoek naar gevaarzetting en oorzaken enkelblessures is wederom niet gedaan (is de aanvaller de oorzaak van enkelblessures? de blokkeerder? of je medeblokkeerder?)."
Met dank aan Tjarko Muis.
Je reactie is opgeslagen.
Plaats een reactie
reacties: