Copyright © 2024 Volleybalkrant.
Artwork by the Media Artists. All rights reserved.
Het ambitieuze ‘Project 2022’ biedt de negentien potentiële internationals de kans om in anderhalf jaar alles te investeren in hun professionele volleybalcarrière. De speelsters zullen geen competitie spelen, maar gaan op Papendal zoveel mogelijk trainingsuren maken om zich verder te ontwikkelen in het volleybal. Technisch directeur Joop Alberda licht toe: “Door dit fulltime trainingsprogramma geven wij een kwaliteitsimpuls aan het Nederlands damesteam. Dit doen we met het oog op het WK 2022 in eigen land, maar ook op de cycli daarna richting de Olympische Spelen van Parijs in 2024 en Los Angeles in 2028.”
In juli van vorig jaar hintte Alberda al naar dit project, toen hij sprak over een ‘aanvullingsteam’ om de kloof met het grote Oranje te dichten. Dat project zal straks, iets minder dan een jaar later, werkelijkheid worden.
Bankrasmodel
Veel volleybalkenners zullen de vergelijking trekken met het bankrasmodel, dat toen (vanaf 1985) gezien werd als een revolutionaire aanpak waarbij de meest talentvolle Nederlandse volleyballers geen competitie meer gingen spelen, maar volop samen trainden om het hoogst haalbare te bereiken. Die formule lag ten grondslag aan de grootste Nederlandse successen in het volleybal, namelijk de Olympische zilveren en gouden medaille van 1992 en 1996. De grondlegger van dit model was de vader van Avital Selinger, de huidige bondscoach van Nederland.
Uitgangspunten
De speelsters die zullen deelnemen aan ‘Project 2022’ krijgen een uitstekend trainingsprogramma. Uitgangspunten hiervoor zijn onder meer dat er 25 uur in de week getraind wordt, er goede medische begeleiding komt, individuele technieken worden verfijnd naar de Nederlandse speelstijl en er controle komt op de arbeid-rust verhouding met het oog op het zomerprogramma van het Nederlands team.
Daar voegt Alberda aan toe: “We willen een bredere basis creëren voor het nationaal team, zodat Oranje op verschillende posities niet afhankelijk hoeft te zijn van het talent van een enkeling. Door dit programma kunnen we ook de arbeid/rust verhouding optimaal controleren richting de piekmomenten van het Nederlands team. Uiteindelijk moet deze investering leiden tot een continue positie in de top acht van de wereld.”
Speelsters en staf
Wie deze negentien speelsters zijn, is nog niet bekendgemaakt. Het gaat om potentiële internationals uit de Eredivisie of buitenlandse competities. Met name voor speelsters die zich na de Eredivisie verder willen ontwikkelen of willen terugkeren na een buitenlands avontuur is het ‘Project 2022’ interessant. Ook komen ze in aanmerking voor een A-status of selectiestatus van NOC*NSF.
Ook de staf voor dit project is nog niet bekend, dit hangt af van hoe de programma’s van Oranje en Jong Oranje er precies uit komen te zien. In maart zal de vormgeving van de selectie, het programma en de staf bekend worden.
Je reactie is opgeslagen.
Plaats een reactie
1 reacties: