Italiaanse blokkering te machtig voor Nederland in halve finale EK

In het Servische Belgrado begonnen Nederland en Italië om acht uur aan de tweede halve finale van de avond. Bondscoach Avital Selinger stuurde logischerwijs zijn vaste zevental het veld in; Britt Bongaerts, Elles Dambrink, Anne Buijs, Nika Daalderop, Eline Timmerman, Juliët Lohuis en Myrthe Schoot. Voor Italië had bondscoach Davide Mazzanti ook een basisplek ingeruimd voor dezelfde speelsters die te sterk waren voor Rusland in de kwartfinales.

Blokkering
Nederland begon goed aan de wedstrijd, ook mede dankzij de Italiaanse sterspeelster Paola Egonu die haar ritme duidelijk nog moest vinden en veel kansen onbenut liet. Dankzij de foutenlast van Italië kon Nederland in eerste instantie goed bijblijven, maar halverwege raakte Oranje op achterstand. Vooral de blokkering van Italië was moeilijk te verschalken voor Nederland en het inbrengen van Celeste Plak en Maret Grothues had niet het gewenste effect. Het was Egonu die in de lange diagonaal het setpoint binnensloeg voor Italië (19-25).

Italië deed er in set twee nog een schepje bovenop in de blokkering. Met zes om nul killblocks werd het verschil aan het net goed zichtbaar. De keren dat Nederland het Italiaanse blok wist te omzeilen, kon de Italiaanse ploeg telkens rekenen op de altijd betrouwbare libero Monica de Gennaro. Ook nu was het verschil tussen de beide landen groot (17-25).

Opleving
Celeste Plak viel eerder al in op de plek van Dambrink en mocht ook in de derde set die plek invullen. Van de mindere fase van Italië, dat op het vorige EK derde werd, kon Nederland profiteren. Met twee aces en opnieuw gebruik makend van de Italiaanse foutenlast leefde Oranje op. Vooral verdedigend stond Nederland in set drie als een huis en aan de hand daarvan werd de setwinst na een foutservice binnengehaald.

Jammer genoeg was Italië in de vierde set weer bij de les, opnieuw dankzij de ijzersterke blokkering met Anna Danesi in de hoofdrol. Op de service van Egonu werd het verschil maar liefst acht punten in het voordeel van Italië, een afstand die onoverbrugbaar bleek voor Nederland. Op het eerste matchpoint wist Italië de aanval van Plak onder controle te krijgen en kon het via Elena Pietrini de wedstrijd definitief beslissen (18-25) en de finaleplek veiligstellen. Italië zou uiteindelijk tien killblocks meer scoren (16 om 6), zes daarvan kwamen op het conto van Danesi. De midden eindigde met maar liefst 17 punten, iets minder dan Egonu (24 punten). Daalderop (14 punten) en Plak (12 punten) scoorden het meest voor Nederland.

Strijd om medailles
De andere halve finale leverde een stuk meer spektakel en spanning op. Turkije en Servië maakten er voor het Servische publiek een absolute show van. Na een achterstand ging het thuisland er alsnog met de winst en de finaleplaats vandoor: 32-34, 28-26, 25-23, 25-13. Vooral de strijd tussen de twee diagonalen, Ebrar Karakurt en Tijana Boskovic, was spectaculair. Uiteindelijk zou die strijd gewonnen worden door Boskovic, die maar liefst 39 punten scoorde, tegenover de 23 punten van Karakurt.

Nederland mag zaterdag in de strijd om het brons (om 17.00) revanche nemen op Turkije, waarvan het in de groepsfase in drie sets verloor. Drie uur later gaan Servië en Italië in de finale uitmaken wie zich het beste land van Europa mag noemen.