Sinds de Volleybaldames zich via de wereldranking geplaatst hebben voor de Olympische Spelen in Parijs hing de grote vraag al boven de selectie van bondscoach Felix Koslowski. Welke speelsters zouden nog afvallen en doen niet mee aan het Olympische volleybaltoernooi? In tegenstelling tot grote toernooien als het EK, WK en de VNL, waar een selectie uit veertien speelsters mag bestaan, mogen er op de Olympische Spelen slechts twaalf speelsters op het wedstrijdformulier staan. Wel mag elk land een reserve aanwijzen die een andere speelster mag vervangen in het geval van een blessure.
Tijdens de Volleyball Nations League hield Koslowski grotendeels vast aan vijftien namen, waardoor er nog minstens drie speelsters af moesten vallen voor de Olympische Spelen. Uiteindelijk hebben Koslowski en zijn technische staf ervoor gekozen om Laura Dijkema, Kirsten Knip en Nova Marring af te laten vallen. Dat betekent dat de Olympische selectie bestaat uit: Britt Bongaerts, Sarah van Aalen, Celeste Plak, Elles Dambrink, Anne Buijs, Nika Daalderop, Marrit Jasper, Jolien Knollema, Indy Baijens, Eline Timmerman, Juliët Lohuis en Florien Reesink. Alleen voor Plak en Buijs geldt dat zij voor de tweede keer zullen deelnemen aan de Olympische Spelen, alle andere speelsters maken hun Olympische debuut.
Vooral voor Knip zal het nieuws een zware domper zijn. De goedlachse libero was acht jaar geleden, voor de Olympische Spelen in Rio de Janeiro, al één van de laatste afvallers en ook voor het WK in eigen land van twee jaar geleden werd ze niet geselecteerd. Ook voor Dijkema, de meest ervaren international, is er geen plek in het team. Zij gaat echter wel mee naar Parijs als onderdeel van de staf. De jonge Marring, die in de VNL veel speelde en een belangrijk aandeel had in de Olympische plaatsing, moet het doen met een plek als reserve. Ze mag als reserve wel mee naar Parijs en traint daar ook mee met de selectie, maar zal in principe vanaf de tribune de wedstrijden volgen.
Over zijn keuzes zegt Koslowski: “Sinds mijn aantreden in januari 2023 hebben we met een groep van circa 25-30 speelsters onze olympische droom nagejaagd. In die periode heeft ieder van die speelsters op haar beurt een steentje bijgedragen aan het bemachtigen van het startbewijs voor Parijs. Of het nu gaat om speelsters die hebben meegetraind of om speelsters die ons op de toernooien hebben geholpen. Helaas mogen we naar Parijs slechts dertien speelsters meenemen. Bij de totstandkoming van de olympische selectie heb ik zware keuzes moeten maken. Ik ben mij ervan bewust dat de klap bij de speelsters die niet tot de selectie behoren hard aankomt. Desondanks ben ik overtuigd van het feit dat we met deze selectie het hoogst haalbare resultaat kunnen nastreven.”
Plaats een reactie
reacties: