Copyright © 2024 Volleybalkrant.
Artwork by the Media Artists. All rights reserved.
De ranglijst laat zien dat Berlijn duidelijk de sterkste was. De strijd om plek twee bleef tot het einde spannend met Frankfurt (Floris van Rekom en Ewoud Gommans) op een kansrijke positie. Herrsching (Mart van Werkhoven) en Düren zaten in de wachtkamer en hoopten in de eerste ronde play-off te verrassen. Netzhoppers en Lüneburg (Gijs van Solkema) mochten deelnemen aan de play-offs, maar er was nauwelijks perspectief op het bereiken van de halve finales. Eltmann (Luuc van der Ent) kon het hele jaar niet van de degradatieplek afkomen.
Eindstand 1.Bundesliga:
Serve
Verrassend in dit onderdeel was dat Netzhoppers de
hoogste efficiëntie haalde. Dit team had drie spelers bij de beste 11 puntenmakers
aan serve staan. En had met 26% veel serves in de score + (geen 1e tempo mogelijk) staan. De meeste aces
(141) werden echter gemaakt door Herrsching dat op de ranking van de spelers
met aces de 1e (51) en 2e plaats (47) bezet. De efficiëntie wordt echter niet
bepaald door alleen de aces, ook de serves met een goede verstoring van de 1e
tempo aanval tellen mee. En de foutenlast wordt van de goede opslagen
afgetrokken. De top 3: Netzhoppers, TV Bühl (laagste foutenlast van 13%) en
VfB Friedrichshafen.
Blok
De effectiviteit van het blok is lastig om te zetten in
cijfers. Het aantal killblocks is meetbaar, de directe fouten ook. Veel
kwaliteit van het blok wordt echter ook bepaald door het mogelijk maken van een
daarop volgende verdediging. En fouten in de aanval van de tegenstander zijn
vaak een verdienste van een stabiel en gedisciplineerd blok.
Herrsching (Mart van Werkhoven) deed het uitstekend en ook Frankfurt (van Rekom en Gommans) had de discipline goed op orde. Het team met de meeste kills (Unterhaching) had ook de meeste 'vuile handen' boven het net en werd dus vaak door de tegenstanders gebruikt om te scoren.
Pass
De effectiviteit van de pass laat zich bepalen door het
aantal perfecte en 1e-tempo waardige passes op te tellen en daar de
fouten en overpasses van af te halen. Lüneburg (Gijs van Solkema) eindigde daarmee
bovenaan (40% efficiënt), dus aan de pass kon het niet liggen. Frankfurt en
Unterhaching (beiden 38%) deden het ook goed. Opvallend is dat topclubs Berlijn
en Friedrichshafen met 34% duidelijk lager scoren op dit onderdeel.
Spelverdeling
Het presteren van de spelverdeler is enerzijds afhankelijk
van de pass (goede pass geeft meer kans om midden/pipe en tempo te spelen),
anderzijds ook van het niveau van de aanvallers. Meer scores zorgen voor een
hogere efficiëntie van de verdeler. Het is dan ook niet toevallig dat de
spelverdeler van het best aanvallende team ook de spelverdeler is die het meest
effectief is. Bij Berlijn was de spelverdeling in goede handen (efficiëntie
55,7% bij de 1e spelverdeler, 51,7% bij de 2e man). Friedrichshafen deed goed
mee (53,3% bij de starter). Daarna werd het al snel minder. Opvallend dat bij
Düren de 2e spelverdeler een hogere efficiëntie haalde dan de startende man.
Aanval
Bij de aanval gaat het om gescoorde punten, minus fout en in-blok-geslagen ballen. Met grote overmacht werd dit onderdeel beheerst door Berlijn.
Het team kwam op een geweldige 39% uit. Met gepaste afstand eindigden
Frankfurt, Friedrichshafen en Unterhaching hierachter (35%).
In de transitie (rally situatie) was Frankfurt het beste (30%), maar in de side-out kwam Berlijn op maar liefst 46%, hier maakte dit team een groot verschil met de rest.
Individueel was dit terug te zien, de diagonaal en de passerlopers van Berlijn eindigden met de beste percentages bovenaan. Qua totaal aantal scores was de diagonaal van Netzhoppers de meest scorende man van het jaar. Hij speelde echter alle sets, kreeg een karrevracht aan ballen en had redelijk veel fouten waardoor zijn effectiviteit fors daalde.
Conclusies
Berlijn stond ongenaakbaar bovenaan. Met een gemiddeld niveau
in de passing wist het team met een excellerende spelverdeler en de beste
hoekaanvallers alle wedstrijden te winnen. In de onderdelen serve en blok
behoort het team niet bij de beteren. De stabiliteit in side-out maakt het
verschil. Dit beeld past bij dat wat al decennia lang te zien is, nationaal en
internationaal. Het team met de beste side-out eindigt steevast bovenaan en is
het beste team. De kwaliteit van spelverdeler met aanval is daarin
doorslaggevend.
Een overzicht met individuele statistieken en de prestaties van de Nederlanders in de 1.Bundesliga volgt later.
Je reactie is opgeslagen.
Plaats een reactie
reacties: