Bankras: de kale noodzaak voor topsport

"Vijftig ballen, een goede coach en een perfecte hal. Gewoon je droom najagen." Dat is wat Bankras betekent voor oud-bondscoach Joop Alberda, die met zijn ploeg in 1996 Olympisch kampioen werd. Gisteren was de onthulling van het Bankrasmonument bij de Nieuwe Bankrashal en Volleybalkrant sprak met de man die mede verantwoordelijk was voor het sportmoment van de eeuw.

In Amstelveen kwamen vrijdagmiddag zo'n 150 mensen samen voor de onthulling van de mozaïek die voorheen bij de oude Bankrashal stond. Onder hen vele ex-internationals van de Nederlandse mannen- en vrouwenteams. Van de ploeg die in Atlanta de hoogste prijs pakte was een aantal spelers aanwezig, Peter Blangé, Jan Posthuma, Rob Grabert en trainer Joop Alberda. Wij vroegen hem wat Bankras nog voor hem betekent.

"Het is voor mij nooit een model geweest, maar meer een manier van denken. Onbegrensd, dromen realiseren", vertelt de 65-jarige Alberda. "Eigenlijk met de grondstoffen van topsport. Daar staat voor mij Bankras voor. Dat is wel maatgevend en trendgevend geweest voor de Nederlandse topsport."

Wat kan dit monument betekenen voor een nieuwe sporthal?

"Ik denk dat het per definitie goed is dat je als organisatie of als sport je geschiedenis altijd meeneemt. Die sport die respectvol met zijn geschiedenis omgaat heeft ook het meeste recht op een goede toekomst."

Als we naar de toekomst en het nationale team van nu kijken. Hoe kijk je daarnaar? Is het team in staat om bij de wereldtop te komen?

"Nou, het is een interessante vraag als je Ajax hebt gezien dat er 21 jaar over heeft gedaan om weer in een finale te komen. Dan zie je een sport waar 1 miljoen deelnemers in zijn, dat het al ontzettend weerbarstig is om dat eens eventjes te kopiëren. Wat het publiek graag wil. Als zij er zo lang over doen, moeten wij misschien ook geduld hebben. Ooit komt het weer. En dan is het belangrijk dat het fundament, het denken van de Bankras, dat dat voor eeuwig bewaard blijft."

Zit dat fundament onder dit Nederlandse team?

"Dat zit wel onder dit Nederlands team, je moet om op een gegeven moment succesvol te zijn aan de Europese en Wereldtop heb je eigenlijk drie spelers nodig met zeer bijzondere kwaliteiten. Wij hebben het geluk gehad dat ze in een aantal lichtingen vlak na elkaar kwamen. Zwerver, Blangé, Van de Goor, Held, Van der Meulen. Maar ze kunnen ook om de tien jaar geboren worden en dan heb je er niets aan. Dan zitten ze nooit bij elkaar in een team. En ergo, dan speel je nooit grote toernooien." 

"Ik denk dat je op dit moment niet drie kunt aanwijzen die internationale supertop zijn. Die zich onderscheiden van de rest. Maar, het is wel een Europees goed topteam."

Oefenwedstrijd Tsjechië
Na een receptie met de oud-internationals vertrok Alberda later naar de Emergohal, waar Nederland zijn eerste oefenwedstrijd in aanloop naar het WK-kwalificatietoernooi speelde. Tsjechië werd met 3-0 verslagen door de eerste basis die bondscoach Gido Vermeulen uitprobeerde. In retroshirts van Barelona'92 speelde spelverdeler Daan van Haarlem met diagonaal Kay van Dijk, middenmannen Jasper Diefenbach en Thomas Koelewijn, passer/lopers Thijs ter Horst en Robbert Andringa en libero Dirk Sparidans. Zij gaven de Tsjechen geen enkele kans: 25-17, 25-15, 25-19.

Er werd nog een vierde set gespeels waarin de spelers die in de Nederlandse eredivisie uitkomen samen speelden met Jeroen Rauwerdink en Robin Overbeeke. Die set ging verloren. Vanavond speelt Nederland zijn tweede oefenwedstrijd in Wognum. Om 18.00 uur start de wedstrijd.