Aan ambitie geen gebrek bij Thom van der Ent: “Samen met Luuc in Oranje, dat lijkt me heel vet”

Het volleyballen begon voor Thom van der Ent bij Dynamo Neede, maar inmiddels speelt hij bij het grote Draisma Dynamo. Net als zijn moeder en broer Luuc koos Thom voor de volleybalsport. “Ik heb een tijdje gezwommen. Maar omdat mijn moeder en Luuc volleybalden, ging ik dat ook proberen,” vertelt Thom. “Toen we verhuisden naar Ede heb ik nog bij SSS en VCV Veenendaal gespeeld en daarna ben ik naar het Talent Team gegaan.” 

Niveau krijgt een boost
Nu speelt de boomlange, 2,14 meter maar liefst, Thom van der Ent bij de vijftienvoudig Nederlands kampioen. Hoewel hij aan het begin van het seizoen nog op de bank moest plaatsnemen, maakte Van der Ent de laatste weken veel speelminuten. “Het verbaasde mij eigenlijk ook dat ik er al zo snel in mocht komen. De eerste maanden bevallen erg goed. Ik denk dat ik meteen een stuk beter ben geworden, zowel qua conditie, kracht als snelheid. Mijn service en eerste tempo zijn ook al een stuk verbeterd. Verder heb ik voor het eerst ook meer ervaren spelers om mij heen. Dat helpt allemaal wel mee om een boost te geven aan je eigen niveau.” 

Bij het Talent Team op Papendal was Van der Ent één van de jongens die opstond en zich uitsprak. In Apeldoorn kan hij zich meer vanuit de luwte ontwikkelen. “Op Papendal moest je zelf meer zeggen. Hier wordt dat juist gedaan door de ervaren en oudere spelers. Je volgt wat meer wat de ervaren gasten zeggen.” Bij Draisma Dynamo kan Van der Ent zich volop ontwikkelen. “Ik hoorde veel goede verhalen over Redbad en Dynamo heeft het vorig jaar ook goed gedaan, dus dat waren wel redenen om bij Dynamo te gaan spelen. Het voelt zeker niet als een kleine stap,” zegt Van der Ent.

De beste midden
Pas kort bij Draisma Dynamo durfde Thom uit te spreken dat hij de beste midden van de wereld wil worden. Hij heeft een duidelijk plan voor zich om dat te bereiken. “Ja, dat is mijn streven. Ik denk dat ik nog een hoop kan verbeteren bij Dynamo, zoals mijn snelheid en techniek. Daarna wil ik de stap naar het buitenland maken, naar een club gaan die mij verder kan helpen. Als ik eind twintig ben, dan wil ik op dat niveau zijn.” Om tot dat niveau te komen, neemt hij de Cubaanse Robertlandly Simon (37 jaar, spelende bij het Italiaanse Piacenza) en zijn broer Luuc als voorbeeld. 

De oudere van de tweede broers koos een ander traject voor zijn carrière dan dat Thom nu doet. “Hij ging na zijn eerste jaar bij het Talent Team gelijk naar het buitenland,” vertelt Thom over Luuc. Inmiddels heeft Luuc al ervaringen in Italië, Duitsland en Frankrijk achter zijn naam en is hij al wat jaren international. “Dat is uiteraard ook wel één van de stappen die ik in mijn carrière wil zetten,” zegt Thom over de buitenlandse carrière van zijn broer. 

Zakelijker afmaken
De top-vier van de BetCity Eredivisie Mannen gaat na de reguliere competitie spelen in de BeNe Liga. Draisma Dynamo staat op dit moment zesde, maar heeft nog een wedstrijd tegoed ten opzichte van de huidige nummer drie en vier. De nummer vier is Simplex/SSS en laat dat net de tegenstander zijn van Draisma Dynamo komend weekend. Een belangrijk duel in strijd om een plaats bij de beste vier teams. Van der Ent heeft vertrouwen in zijn team, al weet hij ook dat het een lastige wedstrijd kan worden. “Vorige week hebben we natuurlijk laten zien dat we van Orion kunnen winnen, dus dan hebben we tegen iedereen wel kans om te winnen. Maar het blijft goed om het per wedstrijd te bekijken en er met een winnende mindset in te gaan. Vorige keer was het tegen SSS een vijfsetter, maar we hebben het er wel over gehad dat we het zakelijker moeten afmaken.” 

Om dat te kunnen doen, moet Draisma Dynamo van de eigen krachten uit gaan. “Onze afwisseling van de service. Als dat goed loopt dan hebben we een hele aardige servicedruk,” vertelt Thom over de kwaliteiten van zijn team. “Daarbij komt nog onze ‘block-defense’. We hebben veel lange mannen en onze verdediging staat ook goed.” 

Samen in Oranje
Na het clubseizoen lonkt voor Thom, als hij zich blijft ontwikkelen, wellicht een plekje op de longlist van het Nederlands team. Al focust hij zichzelf niet zo zeer op de aankomende zomer. “Komende zomer komt misschien wat vroeg, de concurrentie op midden is best wel groot. Ik zou het heel mooi vinden om op de longlist te komen, maar als dat niet lukt dan hopelijk het jaar daarna.” Om uiteindelijk dan samen met zijn broer voor het Nederlands team te volleyballen? “Dat lijkt me heel vet, samen met Luuc in Oranje.”